Muzikanten zijn net mensen: muziek maken in je eentje kan heel fijn zijn, maar samenspelen met gelijkgestemden geeft meer plezier. En je muziek delen met publiek is een doel waarvoor iedereen in het orkest een tandje bijzet. Wanneer je na afloop van een concert door een harmonieorkest aan de toehoorders vraagt welke instrumenten ze gehoord en gezien hebben, is de kans groot dat de trompetten en tuba’s worden genoemd of de fluiten en klarinetten. Natuurlijk, de houtblazers zitten op de voorste rij van het orkest en het koper schittert in meerdere opzichten op de achterste rij. En omdat deze instrumenten ook nog vaak de solomelodieën spelen, zijn zij bepalend voor de eerste indruk. Maar voor wie beter luistert en kijkt, is er veel meer moois te ontdekken. Vergelijk het met hoe je bij een eerste kennismaking met iemand vooral getroffen wordt door zijn of haar stem en uiterlijk en later beseft dat dit alles een stuk minder mooi zou zijn zonder een warm kloppend hart…
Ook de harmonie heeft zo’n hart: je ziet het niet meteen want het zit wat verscholen in het midden van het orkest, maar als het er niet zou zijn, zou je het missen – wij, de muzikanten, in elk geval wel: zonder de stuwende loopjes van hoorn, fagot, basklarinet en baritonsaxofoon, speelt het orkest futloos en is het niet vooruit te branden. Deze groep powervrouwen zorgt voor een krachtige en stabiele hartslag en is de drijvende kracht van het orkest.
Geralda Jurriaans
Ter gelegenheid van Miriam’s 60e verjaardag geschreven (2017) en herschreven (2018).