Harmonia betekende bij de oude Grieken oorspronkelijk eigenlijk ’iets wat verbindt, een verbindingsstuk’. Vandaaruit zijn betekenissen ontstaan als ‘overeenkomst, afspraak’ en ‘wereldorde’. In de muziekleer werd het al in de oudheid gebruikt voor ‘akkoord’ en ‘overeenstemmen’. Het beoefenen van muziek had in de ogen van filosofen als Plato een opvoedende functie, men werd er een beter mens van. Dat idee heeft zeker meegespeeld toen de Wester Harmonie 110 jaar geleden werd opgericht om de werknemers van de Wester Suikerfabriek in Amsterdam een vrije tijdsbesteding te geven die hen buiten de kroeg en de vakbond zou houden en hen als personeel van de fabriek verbond.
Tegenwoordig is de Westerharmonie een gemêleerd gezelschap. De leden dragen geen uniform, zijn van alle leeftijden, komen overal vandaan en hebben allemaal een andere achtergrond. Maar er heerst verbondenheid, tijdens het spelen en ook daarbuiten. Oudere leden worden opgehaald en thuisgebracht, zodat ze kunnen blijven meespelen, want daar gaat het om, samen plezier hebben in het samenspelen.
Natuurlijk zijn er vrijdagavonden dat bij de Westerharmonie aan het begin van de repetitie die mooie oude Griekse betekenissen ver te zoeken lijken. Mensen houden zich niet aan de afgesproken begintijd, een zuivere stemming is ver te zoeken, en de dirigent is wanhopig bezig de orde te herstellen. Maar toch, binnen de kortste tijd voltrekt zich het wonder van de muziek en worden al die losse muzikanten verbonden tot één orkest dat zich – inmiddels meestal redelijk zuiver – schikt naar de wil van de dirigent. En dat is harmonie in de ware zin des woords.
Geralda Jurriaans-Helle
hobo en althobo Westerharmonie